Fundamentalisme en Nieuwe Spiritualiteit

De Nieuwe Spiritualiteit (Walsch) werpt een geheel ander licht op vele zaken. Zo zouden we op deze manier ook dit begrip, fundamentalisme, kunnen onderzoeken.

Fundamentalisme heeft in de wereld van nu een bijzonder negatieve klank. Het associeert met geweld, domme mannelijke kracht, niet in het hart zijn maar in het hoofd zitten.

Het komt omdat mensen hun eergevoel gelegd hebben in het opkomen voor de groep, de eer van de groep, in dit geval vaak de godsdienst, als denominatie. Hoe meer we leren denken in de termen van de Nieuwe Spiritualiteit, des te meer leren we leven vanuit Liefde, Liefde Zijn. Veroordelen van iets of iemand maakt dan plaats voor een uitspraak van ons Zelf (=van ons diepste wezen) dat wat daar te zien  is, niet (genoeg) met Liefde te maken heeft. Het kan ons gerust stellen dat we dat sterk voelen. Het belangrijkste leerpunt van de Nieuwe Spiritualiteit is immers dat elk gevoel een roep van onze eigen ziel is, en slechts gehoord hoeft te worden, en gebruikt om te ervaren dat ons diepste wezen Liefde is. Daarmee gesterkt kunnen we ons dan met anderen verbinden en samen wat doen aan dat andere onvolmaakte, dat we zouden willen helpen groeien naar Liefde. Dan is die kracht er ook.

Veroordelen van fundamentalisme is dus een bevestiging van ons Zelf dat wat ons in dat fundamentalisme raakt, geen Liefde is. En dat kunnen we alleen voelen als we zelf Liefde heel diep belangrijk vinden. Door fundamentalisme te bestrijden met geweld, zijn we zelf ook geweld geworden, dus geen Liefde. Het antwoord op fundamentalisme is dus: Liefde zijn.  Het ervaren, Liefde te zijn, is de bedoeling van onze evolutie. Het omega-punt, het punt van volwassenheid en volgroeid zijn. Al het andere nog is een op-weg-zijn daarnaar toe. Dus voordoen wat Liefde zijn inhoudt, kan hen die onderweg Zijn prikkelen, kan hen uiteindelijk duidelijk maken dat zij er nog niet zijn, nog in hun groeiproces vastzitten. Dat de grootsheid die ze al voelen en in hun fundamentalisme botvieren, in hun hoofd zit en niet in hun hart. De logica is dat als iemand  behoefte heeft, zijn grootsheid (of die van zijn groep) te laten zien, er dus ook al sprake moet zijn van een diepere identiteit ( de ziel), die terecht gekend en geëerd wil worden. Het is deze behoefte, geëerd te worden, die begrepen moet worden. Het is ons diepste wezen die dat wil en roept; terecht, want een gevorderd zijn in het evolutiedoel (Liefde Zijn) is het hoogste wat de ziel kan bereiken. We zijn evolutie. Nu kunnen we begrijpen, dat als we onze diepste identiteit, de ziel, nog niet kennen, dat we dan die enorme behoefte om geëerd en gekend te worden, projecteren op dat wat op dat moment in onze evolutie belangrijk gevonden wordt: macht, intellect, geld, aanzien, superioriteit, etc. De fundamentalist van nu hoeft nog slechts dóór te evolueren naar een dieper weten Wie die is. De taak van degenen die dit al begrijpen is, de waarde en schoonheid hiervan voor te doen.

Een merkwaardig punt in dit hele onderwerp is, dat de hardnekkigheid van fundamentalisme ook een betekenis moet hebben. Misschien is fundamentalisme in een andere vorm dan toch goed en belangrijk: ook weer vanuit de Nieuwe Spiritualiteit gezien kan een hardnekkig aan een doel vasthouden uiteindelijk ook een positief doel dienen: heel gemakkelijk komt dan de zorg voor het bereiken van de bedoeling van onze evolutie (ervaren dat we Liefde zijn) scherp in beeld. Er is niks mis mee, om een fundamentalist van dit doel te worden. Blijkbaar zit deze grote drive om anderen in hun evolutie te willen “helpen” en versnellen, al diep in de zich ontwikkelende ziel.

Juist ook bij het onderwerp fundamentalisme speelt de opvoeding weer een grote rol: wanneer het kind voortdurend Liefde tegenkomt en voorgedaan krijgt, gaat het al vroeg op koers naar zijn evolutiedoel. Daar is dan ook tolerantie/acceptatie voor de zijnswijze van anderen. In de jeugd worden (idealiter) de overtuigingen aangereikt en voorgeleefd. Belangrijke waarden als eergevoel etc. worden goed gedefinieerd en krijgen de juiste koppelingen: eer word dan verbonden met datgene dat werkelijk geëerd mag worden, zoals Liefde Zijn, en niet meer aan bv man zijn of van een bepaalde godsdienst.  Eergevoel is blijkbaar een bruikbaar  instrument  om mensen te motiveren om je leven voor iets te geven. Het verdient zorgvuldige opbouw om het goed te richten en gebruiken voor het hoogste doel van de evolutie, Liefde, en niet om misbruikt te worden voor de macht van een groep die dit doel nog niet begrepen heeft. Het kind  leren zijn waarde te kennen en zijn eigen leven te mogen bepalen, is daarbij noodzakelijk.

 

Dit blog kan gelezen worden als een aanvulling aan mijn boek “Spiritualiteit in de huisartsenpraktijk”, in hoort dan thuis in hoofdstuk 5.

De komende tijd zal ik nog enkele aanvullingen plaatsen.

Een gedachte over “Fundamentalisme en Nieuwe Spiritualiteit

  1. Hallo Jan,

    Een onderwerp dat erg in opspraak is in deze tijd.
    Mooi hoe je dat analyseert. Ik kan het echter niet laten hierop te reageren, als je het niet erg vindt.
    Opvoeding is zeker van belang, de basis. Maar toch, als liefde daar niet aan bod komt kan de mens deze nog wel ergens anders ervaren, al is het alleen maar om de verschillen te zien en te ervaren dat bij anderen liefde op een andere manier getoond wordt.

    Toch blijft het fundamentalisme (en vooral het zich aansluiten bij dit soort groeperingen) niet alleen een onderschrijven van een doel. In eerste instantie lokt een doel vaak wel, maar soms vraag ik me af of het doel voorop staat of het “horen” bij een groep die iets “onderneemt”.
    Als ik kijk naar jeugd, en vooral uit achterstandsgezinnen, die nauwelijks tot geen opleiding hebben, doelloos rondhangen zonder toekomst, dan is het aanlokkelijk om je aan te sluiten bij fanatiekelingen. Dan gebeurt er tenminste wat. Vooral het gezamenlijke aspect staat dan voorop, omdat dat nogal eens mist in onze maatschappij. Je kunt dan je frustratie delen en wordt daar in bevestigd. Dat sterkt en je voelt je geen eenling meer.
    Ik denk dat dit laatste zeker een valkuil is, bij veel groeperingen trouwens, afgezien van het fundamentalisme.
    Misschien is mijn visie een vreemde hoor, maar zo ervaar ik dat om me heen.

    Aan de andere kant zou ik het fundamentalisme kunnen afweren omdat idd het gevoel van Liefde erin mist. Maar dan denk ik ook weer: wie ben ik om te oordelen? Want in wezen doe ik dat dan ook. Toevallig ben ik christelijk opgevoed en hier in Nederland.
    Stel nu dat ik in het Oosten opgegroeid zou zijn in armoede, onderdrukking en waar politiek en religie sterk versmolten zijn, eerwraak vaak ook een onderdeel van de cultuur, dan zou ik niet weten of ik ook dezelfde stappen zou ondernemen en me aan zou sluiten bij een groep.
    Net zo goed als dat ik nooit zal zeggen dat ik nooit zal doden.
    De mens kan zomaar in een omstandigheid verzeild raken dat hij of zij doorslaat en onwaarheden als werkelijkheid gaat zien.
    Dan kom je uiteindelijk uit op wat goed of kwaad is.

    Uiteraard zou de ziel moeten voelen wat goed of kwaad is, maar ook daar heb ik soms mijn vraagtekens bij, tenminste ten opzichte van de maatschappij.
    Volgens het rechtsstelsel zijn er daders en slachtoffers. Zo kijken veel mensen er tegenaan.
    Maar als je de achtergrond van een dader bekijkt zijn er soms zoveel haken en ogen in iemands leven geweest dat diegene niet meer weet wat die doet. Eigenlijk zijn zij dan ook slachtoffer.
    Al ben ik het ermee eens dat daden consequenties hebben.

    En is het niet zo dat in crisistijd er altijd mensen zijn die opstaan en een soort nieuwe “evangelie” gaan verkondigen om te kunnen ontsnappen uit de crisis??
    Mensen zijn daar gevoelig voor als iets niet goed gaat. Je ergens bij aansluiten voelt dan beter dan machteloos toekijken hoe iets nog beroerder wordt. En machteloosheid slaat dood.
    Hoeveel groeperingen zijn er niet die vredig starten, maar waarbij gaandeweg toch macht en geweld onontkoombaar wordt, en daarbij het veroordelen van mensen buiten die groep die anders denken.

    Liefde is een prachtig woord, maar niets is veranderlijker dan de mens.
    Ik ben het helemaal met je eens hoor, maar ik betrap mezelf er ook regelmatig op dat ik oordelende mensen liever links laat liggen dan dat ik liefde wil laten zien. Soms zijn mensen zo vervuld van hun “waarheid” dat zij dat als liefde zien, en dat de ander door de strot (sorry voor het woord) willen duwen.

    Mja, ik ben nogal filosofisch ingesteld en kijk veel om me heen, en soms word ik er triest van.
    Dit heeft als gevolg dat ik tegenwoordig mensen “kies” om mee om te gaan waar je echt je ziel mee kunt delen. Anderen die geen ziel kunnen tonen schuif ik aan de kant.
    Misschien niet goed, maar dan kom ik weer terecht op opvoeding. Mijn opvoeding heeft me gebracht dat ik altijd dacht voor de ander te moeten zorgen en daar een verantwoording voor te moeten nemen. Dat stukje heb ik losgelaten.
    Maar met dat loslaten “laat” je soms ook mensen, omdat dat soms beter is voor beide partijen. Al kan ik ze in wezen wel lief hebben, maar is afstand beter omdat golflengtes niet matchen.
    Of noem het een groeiproces waarin beiden te veel uiteenlopen.

    Zo, een heel verhaal.
    Maar ik wilde even mijn gedachten hier delen.

    Dank voor het lezen.

    Vriendelijks
    Jenette Ouweneel

Geef hier je reactie